
Ontwikkelen en delen van kennis
De integrale bedrijfsvoering op natuurinclusieve streekboerderijen vraagt bijzondere vaardigheden en kennis van de ondernemer. In de huidige monofunctionele landbouwpraktijk is veel van die kennis verloren gegaan. Het Fonds helpt om de kennis die er is toepasbaar te maken, kennis uit te wisselen en waar nodig (met partners) nieuwe kennis te ontwikkelen. Op deze pagina hebben we relevante achtergronddocumenten verzameld, onderverdeeld in vier kennisclusters.

Agroforestrysupplies ziet het Fonds Natuurinclusieve streekboerderijen als een fijne en integere partner met een goede kennis van het speelveld omtrent natuurinclusieve landbouw. Samen stimuleren we elkaar tot innovatie en modellering binnen vernieuwende landbouwsystemen.
Sjef van Dongen, Agroforestrysupplies / Fruitzforlife
Ecologie
Een vruchtbare bodem, een goede waterhuishouding en een hoge biodiversiteit zijn voorwaarden voor duurzame productie van voedsel, hout en vezels. Omgekeerd draagt duurzame productie bij aan verbetering van deze drie. De kunst is om zonne-energie maximaal te benutten, optimaal in te spelen op natuurlijke processen en het gebruik van fossiele energie en andere eindige hulpbronnen te beperken.

“Deze manier van voedsel produceren draagt bij aan het verder vergroten van de biodiversiteit en het weer beter in balans komen met de natuurlijk draagkracht van de bodem. Het rijke insectenleven ondersteunt het ecosysteem en zorgt voor een betere bestuiving. Dat zal op termijn de productie positief beïnvloeden. Al met al een win-winsituatie voor natuur, mens en ondernemer.”
Theo Bakker, adviseur natuurinclusieve landbouw bij Staatsbosbeheer
Hoe kan ik zonne-energie maximaal benutten?
Optimaal is als de boerderij jaarrond voor meer dan 70% bedekt is met bomen, struiken en blijvend grasland. Minder dan 30% wordt jaarlijks bewerkt.
Waarom bomen en struiken?
Door etagebouw met verschillende hoogten ontstaat maximaal groen oppervlak. Bovendien zijn bomen en struiken goed voor de bodem, het microklimaat en de biodiversiteit.
Hoe kan ik het organische stofgehalte van de bodem vergroten?
Een belangrijke methode is mulching: het afdekken van de bodem met houtsnippers of plantenresten. Ook groenbemesters als olijfwilg en witte klaver zijn gunstig. Streven is meer dan 5% organische stof in de bodem.
Hoeveel CO2 kan ik vastleggen?
Bij een optimale inrichting en een goed beheer kan per hectare meer dan 20 ton CO2 per jaar worden vastgelegd, in de bodem en in het gewas. Onder voorwaarden kunnen hiervoor carbon credits worden uitgegeven, die extra inkomsten opleveren.
Mag ik nog irrigeren?
Door heggen en strokenteelt wordt de waterbehoefte enorm verminderd. Gewassen en teelten worden gekozen die passen bij de natuurlijke waterhuishouding. Als toch irrigatie nodig is, gebruiken we waterbesparende technieken zoals druppelirrigatie.
Hoe zorg ik voor meer biodiversiteit?
Zorg dat meer dan 10% van de oppervlakte van het bedrijf bestaat uit natuurlijke habitats en accepteer dat een deel van de oogst (tot 30%) ten goede komt aan spontane soorten. Pas alleen natuurlijke plaagbestrijding toe, geen bestrijdingsmiddelen.
Teelt en landschap
Het Fonds kan boeren helpen met het maken van een teelt- en landschapsplan. Synergie tussen verschillende teelten en inpassing in het landschap zijn uitgangspunt. Voor beplantingsadviezen werken we samen met Agroforestrysupplies.
Wat is de optimale afstand tussen heggen?
De afstand tussen heggen is bij voorkeur niet groter dan 10 keer de hoogte van de heg. Dan profiteren de tussenliggende weilanden of akkers van de windbeschutting en van de positieve effecten op bodem, waterhuishouding en biodiversiteit. Bij een hoogte van 2 m is de afstand tussen de heggen dus maximaal 20 m.
Hoeveel dieren kan ik houden?
Dierlijke producten (vlees, zuivel, eieren) vormen bij voorkeur niet meer dan 20% van de totale voedselproductie. Dieren hebben een rol in de nutriëntenhuishouding en het beheer van het landschap. In principe moet op het bedrijf jaarrond voldoende voer beschikbaar zijn, maximaal 5% wordt aangevoerd. Gestreefd wordt naar meerdere diersoorten met verschillende functies in het ecosysteem.
Exploitatie en waarde
We laten de natuur zoveel mogelijk het werk doen. Dat betekent minder arbeidsinzet en minder kosten voor bijvoorbeeld grondbewerking en bemesting. Het rendement wordt mede bepaald door de mate waarin kringlopen gesloten worden. Om verschillende scenario’s te kunnen doorrekenen, heeft het Fonds een eigen rekenmodel. Daarbij stimuleert het Fonds de inzet van true pricing, aangepaste regelgeving, ecosysteemdiensten en carbon credits.
Hoe maak ik een goed bedrijfsplan?
De eerste stap is om duidelijk je doelen te formuleren: wat voor bedrijf wil ik zijn, hoe wil ik mezelf in de markt zetten? De volgende stap is de selectie van teelten en gewassen en het maken van een landschapsplan. Voor meerjarige beplanting gaan we uit van minimaal 50 verschillende soorten per 20 ha, in de vorm van gemengde heggen en voedselbossen.
Hoe lang duurt het voordat je uit de kosten bent?
Meerjarige gewassen gaan pas na enkele jaren vrucht dragen, voor notenbomen kan dit wel 10 jaar duren. Met een goede mix van soorten is na 5 à 6 jaar een kostendekkende exploitatie mogelijk. Een combinatie met akkerbouw en veeteelt levert al eerder omzet op. Het Fonds staat borg voor de financiering van de aanloopkosten tijdens de eerste onrendabele jaren.
Hoe creëer ik draagvlak voor mijn plan?
Het helpt als je omwonenden, afnemers, toeleveranciers en overheden al in een vroegtijdig stadium betrekt bij de planontwikkeling en goed aansluit bij het ruimtelijk beleid en de specifieke kenmerken van het gebied. Een open communicatie en een heldere presentatie zijn onmisbaar. Een landschapsarchitect kan daarbij helpen.
Kom ik in aanmerking voor financiering door het Fonds?
Het Fonds stelt bepaalde eisen aan transparantie, kennisuitwisseling, schaalgrootte, planning en monitoring. Bij een match kan het Fonds gronden, aanplant of vastgoed langjarig in gebruik geven aan de ondernemer(s), bij voorkeur in een institutionele setting die ‘generatieproof’ is. Dit kan door middel van erfpacht of inbreng in een gezamenlijke VoF, of een combinatie hiervan. Voor de financiering werkt het Fonds samen met o.a. het Elise Mathilde Fonds. Als een boer al voldoende grond langjarig beschikbaar heeft, kunnen we helpen met de financiering van opstallen of beplanting.
Planning en monitoring
Het Fonds investeert in de ontwikkeling van een integrale plannings- en monitoringmethodiek, met praktische streefwaarden en kengetallen voor het bedrijf als geheel. Dit in aanvulling op bestaande milieu-kwaliteitssystemen, zoals kringloopwijzer, biodiversiteitsmonitor, KPI’s en SKAL-keurmerk, die maar naar een deel van het bedrijf kijken.
Waarom is dit nodig?
Veel boeren werken op gevoel en vaak gaat dat goed. Maar op een natuurinclusieve streekboerderij vinden meerdere teelten plaats en werken vaak meerdere mensen. Bovendien is er nog veel onbekend over de wisselwerking tussen de natuur en de verschillende teelten. Systematische planning en monitoring zijn onmisbaar om prioriteiten te stellen en risico’s te beheersen. Daarnaast kunnen toekomstige bedrijven hiervan leren.
Welk systeem gebruiken jullie?
Het Fondsmodel met de 9 doelen is tevens de basis voor de planning en monitoring. Per doel worden door de ondernemer taakstellingen geformuleerd die twee keer per jaar worden geëvalueerd. Voor de planning en monitoring van de meerjarige aanplant werken we met SCAVE-werkbladen, speciaal ontwikkeld voor natuurinclusieve streekboerderijen.
Gaat me dit niet te veel tijd kosten?
De planning en monitoring zijn ervoor bedoeld om efficiënter te werken en tijd te besparen. Het Fonds ondersteunt de ondernemer hierin. SCAVE werkt met satellietdata om productie en vitaliteit van de beplanting te meten en opbrengstprognoses te maken. Dit is een belangrijk hulpmiddel voor de werkplanning.